Scheiden is menselijk. En ook het worstelen na een scheiding is menselijk. Maar als we systemisch kijken, zien we dat er onder de oppervlakte dynamieken meespelen die generaties lang doorwerken. Het goede nieuws: met aandacht, bewustzijn en eventueel systemisch werk kunnen we die patronen doorbreken. Zodat ouders, kinderen – en hun kinderen – vrijer kunnen leven.

Als we zien welke diepe dynamieken kinderen kunnen ervaren na een scheiding, is de vraag natuurlijk: wat helpt? Het begint allemaal met erkenning. Erkennen wat er gebeurd is, inclusief de pijn, verwarring, het verdriet én de liefde.

Systemische interventies zijn effectief in het verbeteren van het welzijn van kinderen uit gescheiden gezinnen en brengen rust in de relatie tussen ouders. De kracht van deze interventies ligt in het herstellen van de ordening binnen het oorspronkelijke gezin, het erkennen van alle gezinsleden en het ondersteunen van ouders in het innemen van hun eigen plek. Het laat zien dat wanneer ouders systemisch begeleid worden en leren hun ex-partner te erkennen als mede-ouder, kinderen significant minder emotionele en gedragsproblemen ervaren. Dit bevestigt de kracht van systemisch werk: het werkt helend, niet door te praten óver het verleden, maar door het verleden op zijn plek te zetten en iedereen in het systeem weer te zien en te eren zoals hij of zij is. Systemische ouderbegeleiding bij het Onderste Boven hoeft niet met twee ouders aan dezelfde tafel en kan ook individueel, wanneer er geen sprake is van samenwerking met de andere ouder. 

Wees welkom om te kijken naar jouw plek in het systeem. Niet om te oordelen, maar om te helen. Want jouw verlangen naar rust, verbinding of helderheid is nooit gek – het is een richtingaanwijzer naar jouw vrijheid.

 

De systemische impact van een scheiding op kinderen

Wanneer ouders uit elkaar gaan verandert er veel. Niet alleen praktisch, maar ook diep van binnen, in het familiesysteem. Kinderen van gescheiden ouders dragen vaak een onzichtbare last met zich mee. Niet omdat scheiden per se "fout" is, maar omdat een scheiding vrijwel altijd gepaard gaat met verlies, pijn en verwarring. Vanuit systemisch perspectief – waarin we kijken naar de dynamieken, ordening en verbondenheid binnen een familiesysteem – zijn er een aantal veelvoorkomende effecten bij kinderen van gescheiden ouders.

  1. Loyaliteitsconflicten: verscheurd tussen twee werelden Kinderen houden van beide ouders. Wanneer ouders uit elkaar gaan, kunnen zij (bewust of onbewust) negatieve gevoelens over de ander uiten. Hierdoor komt het kind klem te zitten: als ik van mama houd, doe ik papa misschien pijn – en andersom. Dit innerlijke conflict leidt tot schuldgevoelens, het verstoppen van emoties en soms het afstand nemen van een ouder, puur om trouw te blijven aan de ander.
  2. Parentificatie: de rollen keren om Na een scheiding ontstaat er vaak een nieuw evenwicht. Soms betekent dat dat het kind (onbewust) een ouderrol aanneemt. Dit gebeurt wanneer een ouder emotionele steun zoekt bij het kind of wanneer het kind zichzelf verantwoordelijk maakt voor het welzijn van die ouder. Deze dynamiek, ook wel parentificatie genoemd, legt een veel te grote verantwoordelijkheid bij het kind en heeft langdurige gevolgen voor het eigen zelfbeeld en relaties. Het kind neemt verantwoordelijkheden op zich die eigenlijk bij de ouder horen. Dit illustreert hoe belangrijk het is dat kinderen symbolisch teruggebracht worden naar hun eigen plek in het systeem: die van kind, niet die van verzorger of partner.
  3. Herhaling van het systeem: de cirkel blijft draaien Naast de rolverschuivingen zien we ook dat kinderen onbewust de neiging hebben om bepaalde patronen te herhalen. Wat in het familiesysteem niet wordt erkend of geheeld, wil zich herhalen. Kinderen van gescheiden ouders lopen soms (onbewust) weg van liefde of vermijden langdurige relaties, uit angst voor herhaling van de pijn van de scheiding. Of ze kiezen partners waarmee het moeilijk is, zodat ze alsnog het oude verhaal kunnen herschrijven – vaak zonder succes. Deze herhaling is dus geen zwakte, maar eerder een diepgewortelde beweging richting herstel – zolang het niet bewust wordt, blijft het kind echter gevangen in een cyclus die niet van hem of haar. Systemisch bewustzijn en het herschikken van posities in het familiesysteem als voorwaarden om de cyclus te doorbreken en werkelijk vrij te worden van wat niet van jou is.
  1. Loyaliteit aan het lijden Deze herhaling kan ook een andere vorm aannemen: je klein houden uit solidariteit. Als één van de ouders veel verdriet had na de scheiding, kan een kind zich daar innerlijk mee verbinden. "Als jij niet gelukkig bent, dan mag ik het ook niet zijn." Deze dynamiek zorgt ervoor dat kinderen zich klein houden, hun succes saboteren of moeite hebben met genieten. Alles om de verbinding met de ouder niet te verliezen. Wanneer een ouder last heeft van depressieve klachten of emotioneel lijden, voelen kinderen zich vaak verantwoordelijk voor het welzijn van die ouder. Deze loyaliteit leidt tot zelfopoffering en verhoogde emotionele belasting. Dit bevestigt wat we systemisch al lang zien: kinderen die zich identificeren met het lijden van hun ouder, verliezen een deel van hun eigen levensenergie.
  1. Verlies van ordening: wie hoort waar? Naast de innerlijke lasten verandert vaak ook de buitenkant. Na een scheiding verandert de structuur van het gezin. Nieuwe partners komen in beeld, er ontstaan samengestelde gezinnen. Hierdoor kan het voor het kind onduidelijk worden wat zijn of haar plek is. Het gevoel van ergens echt bij horen kan verdwijnen, en dat heeft invloed op het gevoel van veiligheid en eigenwaarde. Vanuit systemisch oogpunt is het herstellen van die ordening essentieel: ieder gezinslid hoort een duidelijke plek te hebben, en die plek moet worden erkend en bewaakt, ook in samengestelde systemen.
  2. Het belang van het behouden van beide ouders in het systeem Een van de belangrijkste principes in systemisch werk is dat iedereen erbij hoort. Ook na een scheiding blijven beide ouders onlosmakelijk verbonden met het kind – simpelweg omdat het kind uit beide ouders voortkomt. Wanneer één ouder buitengesloten wordt, bijvoorbeeld doordat er alleen maar negatief over hem of haar gesproken wordt, voelt het kind zich innerlijk ook gedeeltelijk buitengesloten. "Als papa er niet mag zijn, mag dat deel in mij er ook niet zijn." Het gaat hierbij niet alleen om wat er hardop tegen het kind gezegd wordt. Ook negatieve gedachten of haatgevoelens richting de andere ouder – zelfs als die niet uitgesproken worden – kunnen voelbaar zijn voor een kind. Kinderen zijn namelijk zeer gevoelig voor de onderstroom. Als er in stilte geoordeeld wordt, of als er tegen anderen (maar niet tegen het kind) negatief gesproken wordt over de andere ouder, voelt het kind dat alsnog aan. Dit kan onbewust hetzelfde effect hebben: een innerlijk conflict, loyaliteitsproblemen en het verliezen van een deel van zichzelf.

In een systematische review uit 2022 gepubliceerd in ScienceDirect (Harman et al.), blijkt dat oudervervreemding – het proces waarbij een kind zich, bewust of onbewust, afkeert van één ouder door toedoen van de ander – sterke negatieve effecten heeft op de psychologische ontwikkeling van het kind. De studie toont aan dat kinderen in zo’n dynamiek vaker kampen met angst, depressie, een laag zelfbeeld en moeite met het aangaan van gezonde relaties. Dit onderstreept hoe belangrijk het is om beide ouders innerlijk te blijven erkennen, zelfs wanneer er conflict of afstand is.

 

Het erkennen en behouden van beide ouders in het systeem – ongeacht hun gedrag of afwezigheid – is essentieel voor de innerlijke balans van het kind.